Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Huilt, gij inwoners [40]der laagte! Want al het volk van [41]koophandel is [42]uitgehouwen, al [43]de gelddragers zijn uitgeroeid. 40. Eenigen behouden het Hebr. woord machtes in den tekst. Anderen vertalen het in de kramerstraat, of in de apothekers, of kruideniersstraat. Het Hebr. woord betekent eigenlijk een mortier; het schijnt dat het de naam van een zekere straat binnen Jeruzalem geweest is, de mortierstraat genoemd, omdat men daar dagelijks den mortier hoorde klinken, gelijk dan de apothekers en kruideniers dien dagelijks gebruikten, om hunne kruiden of medicijnen daarin te stoten. Anders: in de holligheid, of holle straat; dat is, waar veel kelders waren, waarin die kooplieden hunne waren legden. Hier woonden ook de goudsmeden, gelijk af te leiden is uit Neh.3:8,31,32. 41. Of, kramervolk of handelaars, kooplieden. Anders: het volk van Kanaan, hetwelk voor kooplieden genomen wordt, omdat de Kanaanieten groten koophandel dreven. 42. Of, uitgedelgd; dat is, zullen uitgeroeid worden. Anders: zullen zwijgen, of stil zijn, hetzij dat er geen nering meer wezen zal, of dat zij dood zullen wezen. 43. Of, allen die met geld beladen zijn, te weten, de kooplieden en hunne schrijvers, kassiers en wisselaars, die geld over en weer dragen om waren te kopen en te betalen.